Interview AD Rotterdam. Door: Arie Westeneng 2018

‘Ze vertellen veel als ik ze aan het kleien ben’. AD 09-05-18

De Israëlische kunstenares Efrat Zehavi (43) verliet haar vaderland en vestigde zich in Rotterdam. Ze beeldde de afgelopen jaren vele anonieme Rotterdammers uit in klei. ,,De meeste mensen zijn enorm nieuwsgierig.”

Efrat Zehavi was de afgelopen jaren heel vaak te vinden in de Rotterdamse bibliotheek. Niet om boeken te lenen of om te lezen, maar wel om te werken aan haar kleiproject met willekeurige Rotterdammers. ,,Toen ik met de portretten in klei begon, sjouwde ik eerst met mijn koffertje door Nederland, Duitsland, Griekenland en Israël”, vertelt Zehavi.

Maar er bleef iets knagen. ,,In de kunstscene zag ik maar een deel van de gezichten uit de stad. Ik ontmoette daar niet de gewone mensen die ik bijvoorbeeld op straat in Rotterdam wél tegenkwam. Toen kwam ik op het idee om in de Rotterdamse bibliotheek te gaan zitten, in de hal bij het grote schaakbord. Ik kleide en ging in gesprek met willekeurige mensen.”

Het project Anonymous Glossy was geboren. Tijdens die gesprekken maakte Zehavi kleurrijke portretten in klei van haar gesprekspartners, die ze vervolgens fotografeerde. Het werden rauwe portretten met daarbij verhalen, die ze later vormgaf als een glimmend modetijdschrift. ,,Een glossy vol anti-selfies noem ik het wel eens.” De afgelopen maanden trad ze naar buiten met het kunstproject.

Als u vroeg ‘mag ik u kleien’, hoe reageerden mensen dan?

,,De meeste mensen zijn ontzettend nieuwsgierig en werken heel makkelijk mee. Ze vinden het proces heel spannend, het gebeurt voor hun ogen en ze vragen zich natuurlijk af of het ook lijkt. Ik zit heel dichtbij en pluk als het ware aan hun hoofd. Ze vertellen vaak heel veel terwijl ik aan het kleien ben. Een dakloze man vroeg me of hij ook mocht kleien, terwijl ik hem portretteerde. Ik gaf hem een paar tips hoe hij moest werken. Toen we allebei uitgekleid waren, was hij ontroerd. Hij vertelde dat hij nauwelijks onderwijs had gehad en dat dit de eerste keer was dat iemand tijd voor hem nam en hem iets nieuws leerde.”

Wat deed u met de gesprekken?

,,Ik schrijf ze niet op als feitelijk verslag, maar als verhaal met fantasie en gevoel. Ik onthoud de stemming, de interactie. Ik geef de geportretteerden een pseudoniem.”

Wat heeft u geleerd van dit kleiproject?

,,Mijn ontdekking na tien jaar kleien en meer dan 300 portretten was dat de levensverhalen in de kern steeds over dezelfde thema’s gaan. Over verlangen, liefde, seks, verdriet en angst. Hoe dieper de gesprekken gingen, hoe meer gemeenschappelijks ik tegenkwam. Ik merkte ook dat ik door alleen te kijken naar mensen, ik geen idee had van hun innerlijk.”

Façade versus innerlijk is een belangrijk thema in uw werk?

,,Alles draait in deze tijd van social media om een leuk leven in beeld en om blije plaatjes. Ik wil weten wanneer ik naar iemands ‘reclamebord’ kijk. Wat is het billboard en wanneer kan ik in het hoofd kijken?”

U wilde op een gegeven moment weg uit uw geboorteland, Israël.

,,Toen ik studeerde aan de kunstacademie in Jeruzalem, merkte ik hoe de constante terreurdreiging mij beklemde. Toen wilde ik weg.”

Hoe kwam u in Nederland terecht?

,,Mijn oma kwam uit Den Haag, ze vluchtte in WOII en kwam na de oorlog naar Haifa. Hoewel ik zelf nooit in Nederland was geweest, leek Nederland me oké, vanwege de link met de familie.”

En toen naar Rotterdam?

,,In Rotterdam werd ik verliefd op Florimond, de advocaat die mij hielp met mijn visumproblemen. Inmiddels zijn we al jaren getrouwd. In deze stad realiseerde ik mij ook dat de portretten in klei die ik maakte géén gefröbel zijn. Ik haalde mijn master bij het Piet Zwart Instituut en ik heb inmiddels een atelier in de Drievriendenstraat. Ik hou ook presentaties in TENT, Leeszaal West en tijdens de Open Studios.”

Is Rotterdam verder ook sprookjesachtig?

,,Na het onveilige gevoel in Jeruzalem was het een verademing hier te zijn. Ook omdat ik hier me hier geen buitenlander voel. Er zijn hier zoveel nationaliteiten. Ik sprak eerst de taal nog niet, maar overal werd ik gewoon benaderd. Ik ben minder bang geworden, durf ontmoetingen met andere mensen aan, daar heeft mijn kleiproject ook aan meegeholpen.”

Klei baande de weg naar buiten?

,,Ja, hoewel ik kleien lang als spielerei zag, bleek het voor mij als persoon en kunstenaar cruciaal. Ik was er heel lang van overtuigd dat ik kunstschilder moest worden. Op de Bezalel Kunstacademie in Jeruzalem heb ik jaren getekend en geschilderd. Toen ik voor het eerst in Europa was, ging ik naar de beroemde musea om mijn grote inspiratiebronnen te bekijken. Ik stond voor de schilderijen van Francis Bacon en was letterlijk sprakeloos. Het was zo mooi, zo goed gedaan. Paniek sloeg toe. Wat moest ik nog toevoegen als schilder? Maar geleidelijk accepteerde ik dat mijn werk in klei me onderscheidde. Het is kunst, mijn kunst.”