Benjamin, 2020

De ander boetseren. Trauma en compassie in beeld.

Door Manja Pauka. Benjamin 119,  Hoofdredacteur  Ferry Biedermann

Het laatste grote project van beeldend kunstenaar Efrat Zehavi, in 1974 geboren in Haifa, heet mOTHER. Zij was gedurende vijf maanden in het Stedelijk Museum Schiedam te vinden, waar zij tijdens spreekuren bezoekers interviewde over hun moeder. De interviews werden daarna door haar uitgewerkt en kregen vorm in een symbolische gestalte, vaak gebaseerd op een mythologische figuur. De basis van dit concept is de relatie met haar eigen moeder, zo vertelt Efrat in haar atelier in Rotterdam.  

“De joodse moeder is natuurlijk altijd al een sterk thema geweest. Iedereen heeft zijn eigen moeder-issue, de moeder wordt in het ene uiterste geïdealiseerd als de perfecte figuur, ofwel zij kan een bron zijn van conflicten en problemen. Het is altijd emotioneel om over je eigen moeder te praten en tijdens de interviews moesten mensen ook vaak huilen, zowel van vreugde als van verdriet.” Het project had vaak een zekere therapeutische waarde voor mensen en Efrat vertelt dat zij nog aan het bijkomen is van alle emoties en verhalen die zij te horen kreeg. 

Efrat groeide in Israël op in een seculier en creatief milieu. Haar moeder is dichteres en haar vader schilderde. Zij voelde zich altijd een beetje een buitenbeentje. Haar grote droom kwam uit in 1995, toen zij de Betsalel kunstacademie in Jerusalem kon gaan volgen. Tijdens haar eerste studiejaar werd Rabin vermoord en de jaren daarna was er veel terreur in Jerusalem, waardoor zij zich vaak angstig voelde. In het laatste jaar van haar studie, in 1998, verongelukte haar toenmalige partner, waarmee zij al enkele jaren een relatie had, tijdens een diepzeeduik ongeluk. Deze treurige en traumatische ervaring deed haar besluiten om te proberen in een ander land een nieuw leven op te bouwen.  

Zij kwam in 2001 naar Rotterdam om een Master in Arts te volgen aan de Piet Zwart Academie. Dat zij voor een opleiding in Nederland koos had te maken met het feit dat de opleiding in Rotterdam betaalbaar was, én in het Engels te volgen was. Efrat, die inmiddels vloeiend Nederlands spreekt, was de Nederlandse taal toen nog niet machtig. Dit ondanks het feit dat zij een Nederlandse grootmoeder heeft gehad. 

Deze oma, door Efrat haar lievelings-oma genoemd, speelt een belangrijke rol in haar leven. In de Rotterdamse Dichtkunstkrant, een krant die Efrat samen met haar echtgenoot vijf jaar heeft uitgegeven, heeft zij in 2016 een verhaal geschreven over deze oma. De titel van dit verhaal is Omaland. 

Hierin beschrijft zij de relatie met deze oma, die in 1923 in Den Haag werd geboren en tijdens de oorlog naar Zwitserland wist te vluchten, terwijl haar ouders in Den Haag achterbleven en werden gedeporteerd. Na de oorlog emigreerde haar oma naar Israël, waar zij trouwde en kinderen kreeg. Oma had zelf enige tijd de kunstacademie in Zurich gevolgd en kon goed schilderen, maar door haar huwelijk heeft zij haar droom om kunstschilder te worden nooit kunnen verwezenlijken. Zij was een sterke onafhankelijke persoonlijkheid en een rolmodel voor Efrat. Oma sprak in Israël zelden over Nederland,  haar vluchtverhaal en haar oorlogstrauma. Helaas is haar oma overleden voordat Efrat naar Nederland vertrok en heeft zij ook nooit gehoord dat Efrat inmiddels de Nederlandse nationaliteit heeft. Ook heeft zij nooit Nederlands met haar oma kunnen spreken,  omdat zij de taal pas leerde toen oma al overleden was. 

Efrat vertelt dat de compassie en empathie die zij voelt met vluchtelingen waarschijnlijk zijn basis heeft in het levensverhaal van haar oma, die in de Tweede Wereldoorlog alles achterliet en familie, vrienden en bezit verloor. Zij kan dit goed delen met haar Nederlandse echtgenoot, die als advocaat gespecialiseerd is in migratierecht. Beiden voelen zich zeer verbonden met de stad Rotterdam, de stad met meer dan 170 nationaliteiten.  Vanaf 2007 heeft Efrat ongeveer 300 willekeurige Rotterdammers geïnterviewd. Vele daarvan heeft zij uitgebeeld in een geboetseerd portret. Als een migrerende studio doet zij dit werk op locatie, waarbij zij naast het beeld ook een foto van het object maakt. In 2016 heeft zij hier een tijdschrift van gemaakt, Anonymous Glossy, hetgeen een kunstwerk op zich is, gesigneerd te bestellen in beperkte oplage via haar website.  

De psyche van de mens is de basis van het beeldend werk van Efrat. Daarbij is zij altijd op zoek naar overeenkomsten; “Mensen lijken vaak meer op elkaar dan zij zich beseffen”. Zij is op zoek naar de primaire emoties van de mens. Het materiaal wat Efrat voor haar werk gebruikt is plasticine. Dit is een kleisoort op olie was-en oliebasis. Plasticine is een Israëlisch product en alle Israëlische kinderen kennen het. Het is niet vergelijkbaar met de kinderklei soorten die in Nederland te koop zijn. De kleuren worden door Efrat zelf gemengd. Het voordeel is dat er goed mee op locatie te werken is. Een nadeel is dat het nooit opdroogt en uiteindelijk zelfs uitdroogt. De foto’s van de objecten zorgen echter voor een blijvend resultaat.  

De verbondenheid met Rotterdam en met vluchtelingen komt ook tot uiting in het werk dat Efrat doet voor de Internationale Schakelklas Rotterdam. De boetseerlessen die zij hier geeft aan vluchtelingkinderen tussen de 12 en 18 jaar, die de Nederlandse taal nog niet machtig genoeg zijn om in het regulier onderwijs in te stromen, zijn vaak heel intensief. Zij vertelt altijd direct aan een nieuwe klas dat zij oorspronkelijk uit Israël komt, wat voor gespreksstof zorgt met de veelal uit Syrië afkomstige leerlingen. Zij probeert een open gesprek te hebben en vertelt dat zij er daardoor achter kwam dat veel van deze kinderen derde of vierde generatie vluchteling zijn. Hun grootouders of overgrootouders zijn als Palestijns vluchteling in Syrie terecht gekomen, en de leerlingen van Efrat zijn nu als Syrisch vluchteling in Nederland opgenomen. Zij vertelt dat zij nooit in bedreigende situaties met haar leerlingen terecht is gekomen. Ook hier zoekt zij altijd naar de overeenkomsten, wat tot verbinding leidt.  

Hoewel Efrat nog volop bezig is met het verwerken van het materiaal uit haar laatste project is zij ook alweer aan het nadenken over een volgende uitdaging. Zij vindt het daarbij belangrijk dat zij haar gedachten in vrijheid kan ontwikkelen, maar het zal zeker weer aansluiten bij een vraag die dicht bij haar eigen belevingswereld ligt.